De nieren produceren urine. Via de urineleiders stroomt voortdurend een beetje urine vanuit de nieren naar de blaas. De blaas is een holle, ballonvormige spier (ook bekend als de detrusorspier) die verantwoordelijk is voor het bewaren van urine totdat u een geschikte tijd en plaats vindt om te plassen. De blaas zwelt op tot een ronde vorm wanneer deze vol is en wordt kleiner naarmate deze leeg raakt. Een gezonde blaas kan tot 300 - 500 ml urine op comfortabele wijze bevatten. De plasbuis is de buis waarmee urine uit de blaas het lichaam verlaat.
U maakt verschillende hoeveelheden urine aan, afhankelijk van hoeveel u drinkt, eet en zweet. Hoe vaak u moet plassen hangt af van hoe snel de nieren de urine produceren die de blaas vult. Hoewel u de nierfunctie niet zelf kunt bepalen, kunt u wel zelf bepalen wanneer de gezonde blaas leegloopt. Verschillende spieren werken samen als een dam, waardoor de urine in de blaas blijft, tussen de urinelozingen door.
Het openen en sluiten van de urinebuis wordt geregeld met behulp van sluitspieren. De blaas wordt ondersteund door de bekkenbodemspieren (die de vorm van een hangmat of draagdoek hebben), die helpen om continentie te behouden.
Zenuwen in de blaas geven aan wanneer het tijd is om uw blaas te legen. Als uw blaas zich vult en de grens bereikt, worden er zenuwsignalen naar de hersenen gestuurd en neemt de aandrang om te plassen toe. Als u naar het toilet gaat om te plassen, geven de hersenen het signaal aan de gespierde blaaswand om zich samen te trekken, waardoor de urine uit de blaas wordt geperst. Tegelijkertijd geven de hersenen het signaal dat de sluitspier en de bekkenbodemspieren moeten ontspannen. Het is normaal om uw blaas acht keer per 24 uur te legen.9
Als u denkt dat u problemen heeft met de controle over uw blaas, vul dan de vragenlijst in.